zondag 26 oktober 2025

culturele hegemonie : De Wever als verdediger tegen extreem rechts

Na het lezen van dit artikel:


De eerste Nederlandse regering met PVV-ministers draaide uit op een fiasco. Toch wenkt een volgende verkiezingstriomf voor Geert Wilders. Auteur Marijn Kruk schrikt niet: "Iedereen bekijkt de wereld intussen zoals Wilders. Dan moet je niet verbaasd zijn dat hij wint."
"Precies. Dat is een ontzaglijk werk. Je moet die radicaal-rechtse denkwereld frontaal aanvallen. Je moet met sterke, wereldordenende verhalen komen aanzetten, zoals Wilders en co. dat deden met de botsing der beschavingen of de omvolkingsgedachte. Je moet ook eigen beelden, media en methodes ontwikkelen. Nee, het is echt een gramsciaanse strijd, gevolgd door een lange mars door de instellingen. Maar hij is onontbeerlijk. Want deze storm zal, in tegenstelling tot wat men in dit land zolang gedacht heeft, niet zomaar overwaaien."


Gramsci vergelijkt het kapitalisme met een centaur: het dierlijke onderlijf is de economische en militaire macht van het kapitaal (dominazione), het menselijke bovenlijf is de culturele hegemonie (direzione of egemonia)

theorie van de culturele hegemonie. Volgens deze theorie beheersen de heersende klassen niet alleen staat en economie, maar is hun cultuur ook dominant, en worden door deze cultuur ideologisch wenselijke sociale patronen gepropageerd. Het effect is dat revolutionairen steeds verder buiten de orde worden geplaatst.



De echte strijd: culturele hegemonie, niet verkiezingen


Radicaal rechts in het Westen is bezig iets te bereiken waar links decennialang de patent op had: culturele hegemonie. Niet via ideeën over gelijkheid of solidariteit, maar via een nieuw "gezond verstand" dat identiteit, wantrouwen en ressentiment als natuurlijke reflex installeert.

Trump in de VS, Farage in het VK, Wilders in Nederland en Le Pen in Frankrijk hebben dat culturele veld bezet — ook wanneer ze niet effectief regeren. Ze bepalen het debat, de toon, de frames. De rest danst eromheen.


De Wever begrijpt het spel


In België lijkt Bart De Wever één van de weinigen die beseft dat deze strijd niet enkel over beleid gaat, maar over betekenis.

Hij probeert een tegen-hegemonie te vestigen: rechts, maar rationeel; conservatief, maar niet populistisch. Zijn project is niet het verwerpen van de instellingen, maar hun herwaardering vanuit verantwoordelijkheid en culturele continuïteit.

Dat is geen detail. Dat is de voorwaarde om de democratie bestuurbaar te houden in tijden van polarisatie.


De kortzichtigheid van de liberale partners


Bouchez en co lijken dat niet te zien. Ze behandelen De Wever als electorale vijand in plaats van strategische buffer tegen extreemrechts.

Hun voortdurende drang om zich te profileren tegenover de N-VA maakt de liberale achterban blind voor het grotere plaatje: het alternatief is geen heruitvinding van het liberalisme, maar de normalisering van autoritaire cultuurpolitiek.

De boodschap aan hun kiezers zou beter luiden: "We verschillen in accent, maar delen dezelfde realiteit: bestuurbaarheid is geen luxe, het is een beschaving."


Herstel van redelijkheid als culturele norm


De uitdaging voor het centrum — links én rechts — is niet om kiezers van extreemrechts "terug te winnen", maar om opnieuw geloofwaardig te maken dat redelijkheid, nuance en verantwoordelijkheid iets betekenen.

Dat is de ware culturele strijd. Niet over slogans, maar over vertrouwen in volwassen politiek.