dinsdag 18 oktober 2011

11 taalkundige valkuilen

11 taalkundige valkuilen

4)
a. Iedereen lijdt verlies door de bankencrisis, niet het minst de mensen met een laag inkomen.
b. Iedereen lijdt verlies door de bankencrisis, niet in het minst de mensen met een laag inkomen.

Niet in het minst betekent *helemaal niet'. Je zegt bijvoorbeeld: ik heb niet in het minst spijt van mijn beslissing. Denk ook aan: *Heb je hem gemist?' 'Niet in het minst!' De tweede versie van deze zin klopt dus niet. Als je wil zeggen *vooral' of *in eerste plaats', zeg je: niet het minst.

5)
a. Het is niet ondenkbeeldig dat het land vroeg of laat gesplitst wordt.
b. Het is niet denkbeeldig dat het land vroeg of laat gesplitst wordt.

Het woord denkbeeldig gebruiken we voor iets wat niet echt bestaat: een denkbeeldig gevaar. Daarom betekent niet denkbeeldig dat het wel degelijk bestaat. Daar nog eens on- aan toevoegen, zou weer uitdrukken dat het gevaar niet bestaat. En dat bedoelde de spreker niet. Daarom is alleen versie b correct.